Kleine problemen, grote oplossingen; grote problemen, kleine oplossingen

Na de paar vrije dagen rond pasen – zinvol besteed met Wikipedia lezen, zoals jullie hebben kunnen zien – was het weer tijd om naar het werk te gaan. Niet zomaar naar het werk – nee, weer naar het lab. Na de afgelopen tijd vooral bezig te zijn geweest met het practicum en wat theoretisch werk was nu de tijd aangebroken om weer wat te doen in het lab.
Een tijdje terug schreef ik al wat over schroeven. We werken uitsluitend met metrische schroeven, maar voor een onderdeel hadden we Imperial schroeven nodig – een klein probleem zou je zeggen. Maar in Europa waren ze te duur en vanuit de VS wilden ze niet leveren. Uiteindelijk heeft een collega zijn collega’s aan zijn oude universiteit gebeld en die hebben een setje schroeven op de post gedaan.
Net voor pasen kwamen ze aan en ik kon de workshop nog net vragen of ze de gaten wilden boren. “Nou, vooruit dan maar…” De dingen-met-gaten werden afgeleverd en de meneer van de workshop vertrok voor een weekendje skiën. Blij als een kind besloot ik de dingen te monteren… toen bleek dat de schroeven te lang waren. 3/16 inch en 5 millimeter is samen 9.7 mm, niet 1.2, zoals ik had berekend. Waarschijnlijk heb ik het verkeerd gelezen en dacht dat er 5/16 inch stond.
Gelukkig was er geen man overboord, want je kan iets altijd korter maken. Maar dat moest dus tot gisteren wachten. Normaal is dat een klein karwei: je stopt het in een apparaat, haalt er een stukje af en pulkt de schroefdraad een beetje uit met een speciaal gereedschap (het schroefdraad heeft nogal te lijden onder het zagen). Maar ja, nu paste de schroef niet in het apparaat en ze hadden ook geen gereedschap om de schroefdraad uit te pulken.
Maar goed, uiteindelijk werkt het. De spiegel zit stevig vast en het ziet er supermooi uit, maar voor een suf probleem heeft het wel een hoop moeite en tijd gekost.

Voordat ik mijn nieuwe geval kan installeren wil ik eerst nog wat metingen doen. Eén meting had ik eigenlijk al een tijdje terug moeten doen, de andere metingen zijn om te testen of het nieuwe idee werkt (dus we moeten eerst precies kijken hoe het nu gaat). De dag begint met het aanzetten van de laser en daarna kan je een uur nietsdoen zodat de laser kan opwarmen (in dit geval liet ik de schroeven korter maken). Daarna optimaliseer je de OPA (optical parametric amplifier) die zorgt dat we infrarood licht hebben.
Vol goede moed ging ik aan de slag. Het is jammer dat de eerste dag in het lab sinds tijden tevens de eerste zomerdag is, maar het leuke aan wat ik doe is de afwisseling en nu had ik wat lab-tijd. Mijn humeur ging vrij snel bergafwaarts. Ik ben niet de enige die in het lab werkt en de laser gebruikt en eerlijk gezegd, het was een beetje een puinhoop. Zo was een van de oscilloscopen die we gebruiken om de laser in de gaten te houden verdwenen. De groep is klein genoeg dat je het zo kan terugvinden, maar het blijft irritant.
Het is natuurlijk ook zo dat als de oscilloscoop er staat, er niet zoveel in de gaten te houden valt. Je werpt er een blik op, ziet dat het goed zit en gaat verder. Uitgerekend als de oscilloscoop er niet staat en je denkt “het zal wel goed zitten” heb je het nodig. Alle voortekenen zagen er goed uit, maar de OPA wilde maar niet de normale intensiteit IR geven. Uiteindelijk toch maar de oscilloscoop aangesloten en inderdaad, het zag er niet goed uit.
Als ik over de laser spreek, dan praat ik eigenlijk over twee lasers. Eentje geeft ultrafast pulses, de ander geeft een hoge intensiteit. Die twee worden gecombineerd en voilà, we hebben een snelle laser met hoge intensiteit. Het moet natuurlijk goed gesynchroniseerd zijn, anders heb je eerst een snelle puls zonder power en daarna een puls met hoge intensiteit die niet snel is. Wat ik op de oscilloscoop zag duidde erop dat die synchronisatie verkeerd was.
Het eerste wat je natuurlijk doet is kijken of de oscilloscoop wel correct is. Er zitten 101 functies op zo’n apparaat waardoor iets verkeerd kan lijken terwijl het goed is. Toen ik ervan overtuigd was dat dat wel goed zat heb ik alle andere dingen langsgelopen, zonder resultaat. Nu is de hele installatie tamelijk ingewikkeld. Om de synchronisatie goed te laten lopen is een heel woud van kabels nodig en twee collega’s die de laser ook gebruiken hebben een andere manier van synchroniseren. Uiteraard hadden ze beiden een dag aan hun paasvakantie geplakt en waren ze niet op het lab. Samen met een andere collega zijn we alle stappen nog een keer langsgelopen en het resultaat was hetzelfde: foute boel.
Na de lunch hebben we een van mijn vakantie-vierende collega’s opgebeld en gevraagd of hij ideeën had, maar vanuit zijn bed wist hij geen nieuwe inzichten te geven. Nog maar een andere collega erbij gehaald en hebben we alle dingen die we konden meten gemeten. Het leek allemaal goed te werken, maar het werkte niet.
Vanochtend met nog meer mensen naar het probleem gekeken en nog meer gemeten. Uiteindelijk kwamen we bij de Pockell-cells uit. Normaal is dat een spiegel, maar als je er een extreme hoog voltage op zet, dan wordt het doorzichtig. Het is een essentieel onderdeel, maar we praten hier over vele duizenden volts gedurende enkele nanoseconden: gevaarlijk en moeilijk te meten. We besloten eerst te gaan lunchen. Tijdens de lunch zaten we natuurlijk een beetje over de problemen te praten. Tussen neus en lippen door vertelde een collega zei dat hij het probleem ook wel eens gezien had en dat je naar de servicemode van het computerprogramma moest gaan en een knopje moest omzetten. De opmerking verdween een beetje in het niets.
Na de lunch gingen we weer verder met zoeken, tot iemand zei “wat was dat nou met die servicemode?”. We hebben de collega erbij gehaald, hij drukte op een knop en de laser deed het weer. Om onbegrijpelijke redenen heeft de software een knop omgezet waardoor de synchronisatie niet meer werkte.

Het verhaal is iets langer geworden dan de bedoeling, maar het geeft een aardige inkijk in wat ik in het dagelijkse leven doe. Het daadwerkelijke meten is maar een fractie van het verhaal. Je bent veel tijd kwijt met het voorbereiden van je metingen, met het bedenken van technische oplossingen (en het zoeken naar schroefjes daarvoor), met het oplossen van technische problemen en het uitvinden wat je nou eigenlijk ziet in je resultaten. Afwisselend werk, soms frustrerend, vaak vermoeiend, maar wel erg leuk om te doen.

Leave a Reply